Elmina en Cape Coast, vissersdorpen met een koloniaal verleden.

10 februari 2018 - Elmina, Ghana

Elmina en Cape Coast zijn vissersdorpen. Zoals er velen zijn langs de kust van West Afrika. De vis langs deze kust wordt nog op traditionele wijze gevangen. Vroeg in de ochtend wordt een heel lang net aan een kant bevestigd op een punt aanheft strand. Vervolgens brengen de vissers het net met een boot een meter of 200 uit de kust en brengen het een eind verder weer het strand op. Dan begint het binnen halen met de hand. Dat duurt alles bij elkaar een uur of zes. Dan heeft men vooral veel sardines, kleine platte visjes en wat snapper en makreel. Daarnaast varen grotere houten vissersboten vroeg uit om op zee te vissen. Tussen 10.00 en 13.00 keert een kleurige stoet boten weer terug in de haven van Elmina. Aan de vissersdorpen kun je afzien dat de visserij geen vetpot is. In Elmina was ook een hoge productie van cementstenen te zien, gemaakt van strandzand. We vroegen ons af of zilt zand in combinatie met cement wel duurzame bouwstenen oplevert. 

Het Nederlandse slavenfort in Elmina en het Engelse in Cape Coast.

In 1482 bouwden de Portugezen een handelsfort in Elmina. Aanvankelijk ging het om goud en ivoor dat aangekocht werd in ruil voor wapens, munitie, alcohol, spiegels en aardewerk. Toen bleek dat door ziektes onder de indiaanse bevolking tekort aan arbeidskracht was ontstaan in de Zuid Amerikaanse koloniën gingen de reders over op het verhandelen van slaven. In totaal werden er langs de de kust van Ghana zo’n 50 handelsforten gebouwd.

In 1637 veroverden de Hollanders het fort op de Portugezen door het te beschieten vanaf een nabij gelegen heuvel. Om te voorkomen dat dit nog een keer zou gebeuren bouwden zij zelf op die belendende heuvel een tweede fort. Dat fort Coenraadsburg werd geheel bevolkt door soldaten en diende ter verdediging van het handelsfort. Ook de Hollanders werden zeer actief in de slavenhandel.

In Cape Coast was het eerste fort gebouwd door de Portugezen, dat na een paar jaar in 1637 door de Hollanders werd veroverd. Zij breidden het fort uit. In 1652 werd het veroverd door de Zweden en in 1657 door de Denen. In 1664 werd het uiteindelijk bezet door de Engelsen, die er bleven tot aan de dekolonisatie in 1958.

In beide handelsforten zijn wij rondgeleid langs de kerkers waarin de slaven werden opgesloten. Er konden in Elmina en Cape Coast maximaal 1000 slaven gehuisvest worden: zo’n 600 mannen en 400 vrouwen. In de kerkers was vrijwel geen licht en ventilatie. Zij werden minimaal gevoed om ze zwak te houden om opstand te voorkomen. Zij moesten verder liggen in hun eigen urine en uitwerpselen. Omdat de Europese bezetting alleen uit mannen bestond was verkrachting van slavinnen normaal. De gouverneur had daarbij altijd de eerste keus. Slavinnen die zich er tegen verzetten werden in een kerker gegooid zonder licht en ventilatie  en zonder eten en drinken totdat zij stierven. Mannen die in opstand kwamen ondergingen hetzelfde lot. Elke drie maanden werden de gekochte slaven opgehaald door een schip van de WIC en vervoerd naar Zuid Amerika.

Ook in deze forten werden de slaven aangekocht bij de lokale heersers, die hun eigen mensen, maar ook van andere stammen op verschillende manieren tot slaven maakten.

Na het bezoek aan de donkere en muffe kerkers werden we geleid door de vertrekken van de gouverneur, de soldaten verblijven en de kerken. Deze bevinden zich boven de kerkers zodat het contrast duidelijk zichtbaar werd.

Het blijft indrukwekkend en beschamend om te zien hoe er een paar honderd jaar door onze voorouders is huisgehouden, waarbij de rol van de lokale heersers ook bepaald niet uitgevlakt mag worden.

Foto’s

2 Reacties

  1. Tibbe Breimer:
    12 februari 2018
    Niet bepaald geschiedenis waar je trots op kunt zijn als NL-er (Brit, Deen, Zweed of Portugees).
  2. Christ elsten:
    12 februari 2018
    ontzettend herkenbaar vanwege mijn bezoek samen met MJ. Of we er weer lopen. Ik herinner me ook het voortdurende geluid van de zee en de wind